Hans Laro 88 schreef:Stel een dashboradlampje is 1 Watt volgens P=U.I loopt er dan 0,08 A.
De weerstand van zo'n lampje is volgens R=U/I =12/0.08=150 ohm.
Stel er staan er 10 parallel:
volgens 1/Rv = 1/150+1/150+....10 keer geldt dan Rv(ervanging)= 150/10 = 15 ohm.
Dat kun je wel meten.
Met de stadsverlichting parallel wordt het snel anders, op dezelfde manier kun je bereken dat bij 2 stadslichtjese (5W elk) nog maar 7 ohm gemeten wordt. En met de achterlichten erbij nog maar 5 ohm. Dat is alleen van de lampjes daar moet je de overgangsweerstanden dan nog vanaftrekken om het verschil te meten.
Moraal: "grote" lampjes van stadslicht cicruit voor- en achter eruit en dan meten.
succes!
Hans
1 belangrijk detail voor deze theorie.. lampen hebben een veranderende weerstand zodra de gloeidraad warm is. bij een koude lamp is de weerstand hoger dan wanneer warm. (dit heeft op school de nodige elektronische componenten gekost omdat men een gloeilamp als voorschakelweerstand gebuikten, want toen ze deze koud gemeten hadden was de weerstand wel goed