veel off road gereden, maar naar ons gevoel wat te weinig meegekregen van de gebieden, waar we doorheen reisden. In deze reis zit een stukje cultuur verweven en onze gids Tony weet veel over
het gebied en de geschiedenis ervan, en kan aardig wat laten zien en vertellen over de fauna die je onderweg tegenkomt.
Aangezien we nog nooit in de Balkan zijn geweest, hebben we braaf de aangegeven route gevolgd via Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Servie naar Macedonie.
We hebben 3 dagen uitgetrokken om de afstand van 2.200 km te overbruggen tot aan Skopje.
De eerste dag hebben we een etappe afgelegd van 860 km.

Doordat Duitsland erg druk was, waren we pas laat bij de camping, die ik gereserveerd had in Raab (kleine campinggids ANWB). Dit bleek een veld te zijn met een
toiletgebouwtje erop, maar geen beheerder! Het sanitair was ook niet erg fris, 1 begaanbare toilet, een gebarsten wastafel, maar wel met koud en warm water, en
alleen de douche aan de dameskant was redelijk. Verder was er een overkapping met zitjes er onder. Betalen deed je d.m.v. een envelopje in een brievenbus met je
naam erbij. Een tentovernachting met twee personen kostte dan ook maar € 12,=, voor ons met vieren € 20,=. Met wegrijden nog even wat ingeslagen in het plaatselijke
sparretje en op naar Hongarije.
De Oostenrijkse vignetten hadden we bij ons, de Hongaarse moest ik nog kopen. Ben uitgestapt in de file voor de pomp, en de vignetten bleek je te moeten kopen in het
gebouwtje achter de pomp. Hiervoor had ik wel de autopapieren nodig! (Kentekencontrole via camera’s). € 20,= voor een maand, maar dan had je in heel Hongarije ook
geen tol meer, wel makkelijk. In het zuiden van de weg af en overnacht op camping Oazis Tanya in Zsana. Dit is op de weg naar Tompa, de kleine grens naar Servie en eigenlijk vlak bij de snelweg.
De eerste camping was sober, maar hier werden we met een drankje verwelkomd. De camping heeft een groot veld tussen de bomen, er is stroom, je kunt er een goed ontbijt
krijgen voor € 3,50 p/p en het sanitair is ruim en schoon, met aan de achterkant afwasbakken. Wat ook handig is, is dat ze aan de weg goed aangegeven staan met borden.
Op hun site staan veel bezienswaardigheden, en op een krijtbord geven ze de evenementen in de buurt aan. ’s Avonds kun je iets te drinken krijgen, en meerdere malen per
week kun je ook een warme maaltijd bestellen. In de buurt zit ook een grote supermarkt waar je ook eenvoudig kunt eten en pinnen . Het echtpaar wat de camping runt, is Nederlands.
Op pad naar deze camping kwamen we er meedere tegen met Nederlandse namen.

De grens bij Tompa ging vlot. Ze willen daar ook je autopapieren zien, en de paspoorten en id kaarten worden gescand.

Terug op de snelweg zijn we alleen op de wereld! (maar het is wel zondagochtend vroeg). Tussen de middag bij een Mac langs de snelweg gegeten (ja, ook hier!) en dan
door richting Skopje.
Er is nog geen snelwegaansluiting met Macedonie, maar deze zijn ze hard aan het aanleggen! Het slingeren langs deze weg kost tijd, evenals door de grens komen naar
Macedonie, want inmiddels is het wel druk.
Het laastste stuk is ook wat bergachtiger, wel mooi.
We treffen Tony bij een benzinepomp bij afslag Skopje-west, dit schrijf je hetzelfde als in Nederland. We zetten de auto bij het gastgezin waar we slapen en gaan naar de stad
met zijn auto, om wat te eten. Inmiddels onweert het hevig en regent het pijpestelen. We eten bij een eenvoudig, maar gezellig tentje met zijn vieren voor € 20,=.
Ik ben blij, dat we niet in een tent hoeven te slapen. Als we terug naar ons logeeradres gaan is het inmiddels droog en niet koud. We krijgen koffie aangeboden en duiken daarna
ons bed in, we zijn blij met de airco die boven hangt.

Dag 1
Deze dag is eigenlijk nog voor ons zelf (aankomstdag). Maar Tony bood aan, om in de middag Skopje te gaan bekijken. Na de middag komt hij ons ophalen.
We rijden eerst de berg Vodno op naar het klooster/kerkje pantelejmon. Er is ook een kabelbaantje, maar omdat het maandag is, is deze gesloten.
Nadat we het kerkje en de tuin eromheen bekeken hebben, drinken we iets in de schaduw.
Daarna rijden naar beneden richting het centrum van Skopje. We wandelen door de binnenstad, zien veel standbeelden, fonteinen en herbouwde oude gebouwen.
Dan lopen we door het oude “Albaanse” gedeelte, en bekijken een mooie moskee. Als afsluiting lopen we naar de overblijfselen van het oude fort.
Dan lopen we terug naar het restaurantje, waar we eten. Het is die avond droog, en we kunnen nog lekker een uurtje buiten zitten voor we gaan slapen.
Ik geniet van de mooie gave rozen en oleanders in de tuin. Die hebben hier geen last van allerlei schimmels, zoals bij ons.

Dag 2
De volgende ochtend op tijd op, allemaal douchen, want je weet niet wanneer dat weer kan. Spullen in de auto, en iets na negenen komt Tony ons halen.
We maken kennis met een reisgenoot, die onderweg zal filmen. Buiten de stad parkeren we de auto en lopen een pad op. Het is een mooi gebied bij het Matka meer, en we
lopen de naast gelegen berg op. Het is een stevig wnadeling op een vrij stijl pad Het is voor mijn knieën vrij heftig, maar er wordt regelmatig geïnformeerd hoe het gaat.
Ik blijf liever in mijn ritme dan iedere keer stoppen.

Bovenaan het pad is een zitje bij het kerkje (Saint Nikola ), waar je over de bergen en het meer kan uitkijken.

We drinken wat en vervolgen het pad, maar nu naar beneden. We hebben ongeveer 2 uur naar boven gelopen, maar we zijn met een half uur weer beneden.
Daar moet tegen een bel geslagen worden, dan worden we van de andere kant opgehaald met een bootje tegen een kleine vergoeding.
Tony informeert of we de grotten willen bekijken. Ja dus, we zijn er nu toch! Na een kort boottochtje (ja, die liggen weer aan de andere kant, maar daar is geen pad)
komen we bij druipsteen grotten aan. Het pad gaat behoorlijk naar beneden, en dan kom je in een ruimte, waar je een meertje ziet liggen.
Dit schijnt zo diep te zijn, dat duikers de bodem niet kunnen bereiken! Hierna varen we terug en lopen we nog een stukje richting auto.
We rijden naar Tetovo, waar het chaotisch druk is en voor mij een beetje Aziatisch aandoet door de drukte. We manoeuvreren er doorheen en slagen erin, om elkaar niet kwijt te raken.

Daar overleggen, we, of we de korte of de lange route willen. De lange route is bij Tony niet zo goed bekend en hij heeft deze eerder per MTB gedaan , maar omdat
we nog niks in het terrein hebben gedaan, kiezen we die. Als we naar boven gereden zijn, betrekt het en begint het te onweren. We rijden de hele middag door het
Sar Planina-gebergte tot een klein dorpje.
Hier gaat het weer bergop naar Mavrovo, maar op een gegeven moment wordt het pad wel erg smal, en het begint te schemeren. Hier zaten we dus fout. Een hond
die meegelopen is van de laatste huizen, loopt voor ons terug. Dan pikken we de weg weer op en rijden naar een dorpje, om te dineren. Na het eten nog een stukje
rijden, en dan kunnen we onze tent opzetten bij een riviertje aan de voet van het Korabgebergte. Het is een lange dag geweest!
Dag 3
We vertrekken die ochtend richting het Bigorskiklooster. Dit klooster is bekend vanwege zijn houtsnijwerken. Wél een rok aan voor je binnen mag (dit geldt niet voor de heren)!

Het is mooi zonnig weer en we rijden verder naar de Duff waterval. Dit is een erg mooi gebied, en je wandelt langs een smal pad met een leuning langs het stroompje bergopwaarts.

Het begin is zoeken als je het niet zou weten! Langs het watertje komen we een ringslangetje tegen, die wij niet zien maar Tony wel.
Aan het begin van de waterval is een zitje, waar we van de mooie natuur en rotsformaties kunnen genieten. Dit was in mijn beleving de mooiste plek die we zijn tegengekomen.

Nadat we via een oud kerkhof terug gelopen zijn, rijden we door naar een stenen brug uit de Ottomaanse tijd.

Hierover bestaat een mythe over een hert, die opgejaagd werd door een jager.
Aangeschoten, sprong het dier in doodsangst over het riviertje. Aan de andere zijde sterft het hert. Uit respect voor het dier heeft de jager op die plek een brug laten bouwen.
(dit verhaal vind je terug in de boekjes over Macedonie, maar weinigen hebben de plek zelf bezocht). De tocht vervolgt zich door het
dorpje L azaropole in het nationaal park Mavrovo .

Dit gebied wordt alleen bewoond door herders en schapen. Ondertussen betrekt het weer en belanden we in een onweersbui.


In het dorpje Gali?nik hebben we gezellig wat gedronken en vervolgens zijn we doorgereden om in Gari wat gaan eten bij motel Topila
We slapen wat hoger op de berg (boven het dorpje Gari). De buien zin nu verdwenen en voor we ons kamp opslaan, is alles weer droog.

Dag 4
We rijden door naar Ohrid, waar we de oude stad bezoeken. Hier zijn nog veel bouwwerken en ruïnes uit de Romeinse tijd en 14e eeuw.
Ze verkopen hier ook sieraadjes , Ohrid Parels (gemaakt van visschubben) en filigraan.

We rijden dan via het nationaal park Gali?ica naar het visserdorpje Stenje.

Daar eten we gezellig buiten bij een restaurantje. Het oorspronkelijk geplande hoteltje blijkt vol te zijn, en we komen terecht in kojnsko, waar
we slapen in een hotel direct aan het strand van het Prespameer.
Dag 5
Bij het ontwaken zien we vanuit het raam de pelikanen zwemmen.

We ontbijten op het terras en vertrekken voor een boottocht richting het eiland GolumGrad.

Op het eiland komen dwergaalscholvers tegen, schildpadden en hagedisjes tegen, en tot onze verassing een groep Oehoes die langs komen scheren.
Op de terugweg naar het bootje zien we een dobbelsteenslang.

Nadat we terug op het vasteland zijn is het lunchtijd en eten bij een oud echtpaar uit het dorp. we rijden op ons gemak door naar het etnologisch museum.
Deze mensen hebben een privécollectie oude klederdrachten en voorwerpen uit het verleden. Er worden ook wat authentieke kledingstukken en gebruiksvoorwerpen verkocht.
Er werden klederdrachten tentoongesteld van alle etnische bevolkingsgroepen. De tocht vervolgt zich naar Bitola, waar we in het centrum onder de oude Klokkentoren hebben gegeten.

We overnachten in een hostel (met aparte kamers) in het zuidelijke deel van de stad.
Dag 6
Na het ontbijt hebben we inkopen gedaan in de gezellige binnenstad van Bitola. Zeker noodzakelijk omdat we twee dagen niet veel bewoonde wereld zouden zien.
Toen we de stad uit reden, kwamen we langs een Russische tank.

Deze was open en er bleek nog allerlei meters en apparatuur in te zitten! Nog even een kort
bezoeken aan het archeologische heraclea, om daarna de weg te vervolgen.

Langs de grens met Griekenland rijden we naar het afgelegen gebied Mariovo.
We pauzeren op een mooie plek bij een riviertje waar opeens een rivierkreeftje langs kwam lopen. Verderop waren wat locals aan het vissen en chillen.
We vervolgen de weg naar Kajmak?alan. Halverwege de berg was er wat oponthoud en moest er even even gesleuteld worden (hoort erbij) .
Dit gaf ons tijd om te genieten van de prachtige omgeving en vergezichten. Hoog in de lucht vlogen wat gieren rond. In de late namiddagzon zijn we verder naar boven
gereden en zagen de vegetatie veranderen, er stond heel veel marjolein en andere hooggebergteplanten.

Op de top vonden we een kapelletje en een graftombe voor de gevallen soldaten uit de eerste wereld oorlog.

Het was opvallend, hoeveel mensen er toch in dat kapelletje waren geweest (er lag een gastenboek). Het uitzicht was er fenominaal!
Het is inmiddels al vroeg in de avond en we zakken af tot onder de boomgrens om te overnachten op een vlakke open plek. Hier genieten we van de rust en de BBQ

Dag 7
We rijden verder door dit afgelegen gebied nog langs een paar bijna uitgestorven dorpjes. Rond de middag komen we langs een afgelegen mijn waar marmer wordt gewonnen.
Veel paden hier zijn gemaakt van marmer (afval en –poeder).

Bij een riviertje konden de jongens zwemmen. Rick was opeens heel snel terug, want naast hem zwom
gezellig een dobbelsteenslang mee. Bij het water zaten mooie lampepoetsers, maar ook grote mieren. Iets verderop eten we Geit bij het enig restaurantje in dit gebied
en we overnachten iets later, op het strand, bij een hoog gelegen stuwmeertje


Dag 8
We rijden via de pas naar Belovodica. We komen door de stad Prilep en bezoeken het klooster Treskavec op de berg Zlatovrv. Dit is enkele jaren geleden uitgebrand, maar de kerk is nog intact. Via de palagonie valei zijn we naar het klooster in Zrze gereden. Bij het klooster waren ze een nieuwe weg aan het bouwen. Maar in het klooster was een oase van rust.
We werden rondgeleid door monnik Job. Hij kon veel vertellen over de geschiedenis en opgravingen onder het klooster, waar oude resten van een vroeg
christelijke kloostergemeenschap waren. Job verteled dat hij in het verleden ooit in Nederland was geweest.
We rijden via een laaggelegen pas naar Bogamilla. Het schijnt dat hier de oorsprong van het protestantse geloof ligt. Vervolgens hebben we heerlijk gegeten
bij een forellenkwekerij en na een korte rit de berg op kwamen we bij de berghut Cheples, waar we lekker buiten gezeten hebben tot ver na middernacht.
Dag 9
Via Papradiste rijden we terug naar Bogmila en gaan we via het Karadicagebergte naar het Begovoplateau onder de top van Solunska Glava.
Hier hebben we rustig de tijd genomen om te kijken naar endemische grondeekhoorns. In eerste instantie zie je ze niet, en dan ineens zie je ze overal.

Het zijn net stokstaartjes om te zien. We rijden naar en andere berghut om wat te drinken, om vervolgens naar het lagergelegen hotel Prince af te zakken.
Op deze afgelegen plek overnacht we in onverwachte luxe.

Dag 10
We rijden weer de bergen in en gaan nu langzaamaan richting Skopje en stoppen onderweg bij een plasje water op het pad. Hierin blijken vuurbuikpadjes te zitten.
We rijden weer een stukje verder en stoppen bij een klein meertje. Hier zitten honderden kleine kikkertjes, libellen en lampenpoetsers. Het is een sport om ze te proberen te vangen.
We doen nog een pittig stukje offroad voordat we het asfalt richting Skopje bereiken.
Hier overnachten we in een hotelletje bij het centrum. Het is een hele warme nacht maar er is een goede airco, de kamers zijn redelijk en de wagen staat veilig voor de deur

Na een avond napraten en een goede nachtrust begeven we ons weer richting het Nederlandse.
Het leuke van de Macedoniëreis was de afwisseling. Niet alleen maar bezig zijn met terreinrijden, maar ook de bezienswaardigheden zien van een land, waar je nog nooit geweest bent.
Dit samen met de mooie ongerepte natuur, het zien van allerlei planten en dieren, eten en (koffie)drinken op de plaatsen waar ook de lokale bevolking komt en niet te vergeten de enthousiaste
verhalen van Tony, maakt het echt de moeite waard. De tijdsduur van 10 dagen is goed, met de reisdagen erbij kom je dan op ongeveer twee weken uit.
Wij hebben het allemaal echt de moeite waard gevonden (ook beide jongens) en zijn weer een waardevolle ervaring rijker!